'Diehards' Jos en Johan: 'Carnaval is een feest van saamhorigheid en eensgezindheid'

Roois nieuws
Papgat - Hun staat van dienst in Papgat toont aan dat het echte 'diehards' zijn: Jos van Heesch (56) en Johan van den Bongaardt (62). In een niet volledige en willekeurige volgorde: Jos van Heesch verzorgde dit jaar voor de 27ste keer de muziek tijdens de vier Prinsenzittingen, hij is lid van De Heikneuters, was in 2004 Adjudant van Prins Ed Pap II, was van 2004 tot 2009 bestuurslid van de Stichting Papgat, zat 5 jaar in de Prinskeuzecommissie, in 2008 oprichter van de Heeren Adjudant (de oud-adjudanten van de Prins), in 2011 medeoprichter van Strikske Los, van De Jagers van Papgat en medebepaler van de dvd Wilhelmke Pap, initiatiefnemer van de videoclip van het carnavalslied van Papgat die als lespakket onderdeel uitmaakt van het scholenproject. Johan van den Bongaardt werd in 1991 gevraagd als Adjudant van Prins Willem Pap I, was 10 jaar lid van de Raad van Elf en 8 jaar secretaris van de Stichting Papgat, zit in de Commissies Carnavalskrant, Prinsenzittingen, Kapellenavond, Prinskeuze, Van Rossum Papgatprijs, is lid van Het Papgat Genootschap en organiseert de Bedankmiddag.

'Zal ik het eens in één woord zeggen?' repliceert Jos van Heesch als we hem vragen wat carnaval voor hem betekent. 'Saamhorigheid', luidt het antwoord. En Johan bevestigt: 'De samenkomst van mensen van alle categorieën. Alle mensen zijn met carnaval gelijk. De notaris is in één keer geen notaris meer. De burgemeester is geen burgemeester meer. De man achter de vuilniswagen is net zo belangrijk als de notaris en de burgemeester. En we hebben allemaal hetzelfde doel: feesten.' Jos: 'gezellig onder elkaar zijn.' Johan: 'blij dat je elkaar tegenkomt.' Jos: 'je kunt het gevoel van carnaval bijna niet uitleggen. Johan: 'nee, je moet het meemaken.' Onbewust geeft Jos toch uitleg aan dat niet-uit-te-leggen-carnavalsgevoel. 'De vriendschap die je eraan overhoudt. Ongelooflijk. Voor mij gaat de meeste tijd zitten in het verzorgen van de muziek tijdens de Prinsenzittingen. Dat begint zo in september als de Rooise artiesten bekend zijn. Dan is het zoeken naar muzieknummers, componeren van muzieknummers, het uitproberen, repeteren met Tiona. Je krijgt daar ongelooflijk veel voor terug. Ik heb heel veel vrienden overgehouden aan deze activiteit. En ja, échte vrienden, hè, die ook om mijn verjaardag komen.' Jos hoeft dan ook niet lang na te denken over zijn antwoord op onze vraag wat er zo mooi is aan carnaval. Want dat is 'vriendschap.' En Johan: 'die eensgezindheid.' En wat is er minder mooi aan carnaval? Johan, gevat: 'de temperatuur.' Jos: 'de geluidsoverlast, glazen op straat, jeugd op straat. Er zullen best mensen zijn die zich daaraan storen. Het zijn verschijnselen die bij grote massale feesten horen, dus ook met carnaval.' Als jullie om welke reden ook geen carnaval zouden kunnen vieren, wat is dan jullie gevoel, vragen wij. Jos, resoluut: 'vluchten, het land uit, wegwezen. Niet-vieren is ook niet-zien. Dat zou pijn doen.' Johan: 'ik zou heel ongelukkig zijn op die dagen.' En 'hoe is het gevoel als het dinsdagnacht om twaalf uur afgelopen is? Jos: 'moe, voldaan, opgelucht dat al die activiteiten vlekkeloos zijn verlopen.' Johan: 'blij dat het allemaal goed is gegaan.'



'De notaris is in één keer geen notaris meer. En de vuilnisophaler is net zo belangrijk als de burgemeester.'



In het dagelijks leven is Jos systeem- en netwerkbeheerder bij MIK Kunst en Cultuur, gelukkig getrouwd, zoals hij zelf nadruk op het woord 'gelukkig' legt, met Arianne, vader van zoon Mark en dochter Linda, geboren Nijnselnaar. Johan werkte als bouwkundige bij twee bouwmaatschappijen in Eindhoven en Oss, getrouwd met Antonet, vader van Joris en Rob, opa van Max en Puck, Boxtelnaar van geboorte en sinds 1978 in Sint-Oedenrode woonachtig. Hoogtepunten uit hun carnavalsleven? Jos: 'ik heb er eigenlijk twee en weet niet goed in welke volgorde ik ze moet noemen. Adjudant van de Prins heb ik als hoogtepunt ervaren, maar zeker ook als je als voorzitter van de Prinskeuzecommissie de door jou gekozen Prins voor het eerst ziet opkomen. Dat is écht kicken.' Ook voor Johan geldt: 'ja, je hebt die man mee gekozen en begeleidt. En een ander hoogtepunt is voor mij de ontvangst van de Gouden Paplepel bij mijn afscheid van de Stichting en de Raad van Elf. Het is de hoogste carnavalsonderscheiding van Papgat.' Jos: 'ja, daar mag je gerust trots op zijn.' Ook dieptepunten? Jos: 'helaas wel. Carnavalsmensen die overlijden. 'n Lid van de Raad van Elf, de voorzitter van de Stichting Papgat, de brand van de Prinsenwagen vorig jaar.' Over de overledenen wil Jos nog wel kwijt: 'we hebben samen carnaval beleefd, dus ook samen het verlies verwerken. En dat verwerken van het verlies wordt groter als het in het carnavalsseizoen gebeurt.' Johan vult aan: 'een lach en een traan zijn dan flinterdun.' Jos: 'lief en leed liggen dan heel dicht bij elkaar.'

Ze geven toe dat ze met carnaval gedurende 5 dagen in een andere wereld leven. Johan: ''alleen slapen en douchen thuis. 'Jos: oh nee, ik bak ook nog elke morgen eieren met spek voor het hele gezin.' Jos wil nog wel beklemtonen: 'als onze dames er niet achter staan, hoef je er niet aan te beginnen. Arianne haalt mij met carnaval altijd met de auto op, want die bus vertrekt voor mij veel te vroeg. Maar het is niet dat ophalen alleen, het is de ruimte krijgen om allerlei activiteiten te ontplooien.' Overigens zegt Jos nog nooit dronken te zijn geweest met carnaval. 'Dat zal ook nooit gebeuren. Je bent zó bezig. En je draagt natuurlijk ook bepaalde verantwoordelijkheden met je mee. Ook met carnaval gelden de normale normen en waarden. Die moet je te allen tijden blijven hanteren.' Beiden kijken met opvallend positieve ogen naar het carnaval in Papgat. Johan: 'het is een geoliede machine, waarbij Stichtingsbestuur en het bestuur van de Jeugdstichting samen met alle clubs en de gemeente het keigoed voor elkaar hebben.' Jos wil deze omschrijving van Johan wat breder en uitgebreider zien. 'Het is groter en méér dan het bestuur van de stichtingen, het is ook de Raad van Elf, de Prins, zijn Adjudant, de ordecommissarissen. Het is super goed georganiseerd.'

Onderscheidt Sint-Oedenrode zich met de carnavalsviering? 'Ja,' is het resolute antwoord van beiden. 'De eenheid. Wij hebben één Prins, één Prins voor Nijnsel, Olland, de Boskant en het centrum. Dat is in veel omliggende gemeenten anders, daar heeft ieder kerkdorp of iedere wijk een eigen Prins.' Jos vult aan: 'Het is ónze Prins. Hij komt wel voort uit een bepaalde club, maar het is ónze Prins, de enige Prins van Papgat.' Beiden wijzen erop dat die maatschappelijke verbondenheid tussen de kerkdorpen van Sint-Oedenrode buiten het carnavalsseizoen niet zo groot is en juist met carnaval wél.' Het scholenproject noemen beiden ook als een onderscheidende bijzonderheid van Papgat. Jos: 'het is een lespakket voor de basisscholen, waarmee we de jeugd stimuleren carnaval te vieren. De scholen kunnen daarmee een tonpraoter in de klas krijgen, leren hoe je een carnavalswagen moet bouwen, wat een blaaskapel doet.' En een geheel nieuw scholenproject is in Nijnsel gestart, vertelt Jos. 'Het bolderkarrenproject. De kinderen mogen dan met hun ouders, samen met de opbouw van de grote carnavalswagen van De Heikneuters, hun bolderkar komen aankleden tot een carnavalswagen. Dat is dus nú al de kinderen betrekken bij carnaval.' Jos noemt ook nog het vlaggen in Papgat. 'Nu zijn er de vlaggen van de verenigingen bijgekomen. En het aantal carnavalsclubs en blaaskapellen, daarin onderscheiden wij ons ook.' Zijn er dat niet teveel voor een dorp van 17.500 inwoners? Jos: 'jij wilde toch weten of Sint-Oedenrode carnavalsminded is! Hoeveel verenigingen heb je geteld op de site? Tweeëntwintig. Nou dat zegt toch genoeg over het absolute carnavalsgevoel! Nee, dat is geen versnippering. Veel clubs? Ja. Veel samenwerking? Ja. Uit het carnaval zijn vriendenclubs voortgekomen. De afkorting cv voor carnavalsvereniging is ook omgedraaid: vc voor vriendenclub. Is dat niet mooi?' Missen Jos en Johan nog iets in de carnavalsviering van Papgat? Jos: 'ja, een eigen Rooise feestband. Topmuzikanten uit alle kerkdorpen bij elkaar zetten en twee of drie keer een optreden verzorgen.' Johan: 'een grotere accommodatie.'

Ons gesprek gaat ook over de wijze waarop men boven de rivieren naar het carnaval in het zuiden kijkt. Jos geeft toe dat de kleding sexyer en uitdagender wordt. 'Ja, dat is zo. Ik vind het allemaal best. Iedereen moet zich kleden zoals hij of zij zich het liefste ziet met carnaval, maar ik zie toch liever echte carnavalskleding.' Ook Johan heeft woorden van gelijke strekking. 'Van mij mag 't, die sexy kleding, maar het is voor mij geen bijdrage aan het echte carnaval.' En gezamenlijk: 'Als ik dan bij het verbranden van Wilhelmke Pap, dinsdagnacht tegen twaalf uur die blote ruggen en buiken zie, denk ik: doe maar, morgen lig je ziek in bed. Doe nou niet zo stoer.' Jos is misschien wel het meest doeltreffend met zijn reactie: 'Ken je de film "Alles Mag." Die is in Sint-Oedenrode opgenomen. In de periode dat ik Adjudant was. Nou, uit die film blijkt heel duidelijk dat niet alles mag! '