Moderne techniek onthult raadsels over grafveld

Roois nieuws
Sint-Oedenrode - Geschiedenis boeit, dat bleek vorige week dinsdagavond. Toen zat de zaal van de Gouden Leeuw bomvol en niet zonder reden. Heemkundige kring 'De Oude Vrijheid' hield die avond een lezing met als thema 'Het grafveld rond de Sint-Odakerk'. De van oorsprong Rooise archeoloog Sem Peters vertelde samen met fysisch antropologe Constance van de Linde over de opgravingen rondom de burcht van Rode in de jaren 2003 tot en met 2008.

De archeologische vondsten vooraf aan de bouw van de woningen, winkels en parkeerkelder rondom de Borchgrave waren veel groter dan verwacht. Om die reden zijn toen niet alle vondsten gedetailleerd onderzocht. Omdat er nu weer subsidie beschikbaar was gesteld, kon dat nu wel. Met behulp van de C14-methode en door fysisch antropologisch onderzoek ontdekten de archeologen nog veel boeiende informatie.

Stenen kerk
Wat al langer werd vermoed bevestigden de opgravingen tussen 2003 en 2008. Iets ten zuiden van de huidige Sint-Martinuskerk stond in de elfde en twaalfde eeuw de burcht van de heren van Rode. Binnen de grachten van die burcht stond ook de Sint-Odakerk. Dat was een van de eerste stenen kerken. De stenen daarvoor, zogenaamd tufsteen, werden aangevoerd vanuit de Duitse Eifel. Dat was zo'n duizend jaar geleden zeker geen gemakkelijk werk. Het zegt dan ook iets over de rijkdom van de heren van Rode. Van deze kerk bestaat nu alleen nog het hoogkoor, dat nu een zijkapel is van het hoogkoor van de Martinuskerk.

Duizend jaar oud
Bij de opgravingen in het begin van deze eeuw werden op voormalige kerkhof van de Sint-Odakerk negenendertig graven ontdekt. Enkele van deze graven waren nog in zeer goede staat. Maar omdat in de periode 2003-2008 niet voldoende geld beschikbaar was om deze menselijke resten te bewaren zijn die destijds onder goede condities bewaard. Nu er wel geld was voor nader onderzoek is de ouderdom van de beenderen bepaald. De verwachting dat deze resten uit de tiende en elfde eeuw kwamen, werd met dat C14 onderzoek bevestigd.

Ook toen konden mensen oud worden
Naast het bepalen van de ouderdom van de beenderen, is door fysisch antropologisch onderzoek ook veel over de gezondheid van de mensen in die tijd vastgesteld. Constance van de Linde vertelde na de pauze over haar onderzoek. Door bestudering van de botten en de tanden is nu bijna duizend jaar later met een vrij grote zekerheid vast te stellen hoe de gezondheid van de mensen in die tijd was. Het is zelfs, als er voldoende beenderen van een skelet bewaard zijn gebleven mogelijk om vast te stellen of het om een man, vrouw of een kind ging. Als het gebit, de schedel, de bovenarm, het dijbeen en het bekken nog bij elkaar liggen, dan is met vrij grote nauwkeurigheid het geslacht, maar ook de leeftijd op het moment van overlijden vast te stellen. En, zo bleek, ook in de elfde en twaalfde eeuw konden mensen al de respectabele leeftijd van zeventig jaar bereiken. Al was dat toen meer uitzondering dan regel.

DNA veilig gesteld
Of en welke relaties de gevonden menselijke resten met elkaar hadden is aan de hand van de onderzoeken die nu zijn gedaan niet vast te stellen. “Maar”, zo antwoordde Sem Peters op een vraag uit het publiek, “we hebben van verschillenden beenderen DNA-monsters genomen. Uit die monsters kunnen we in de toekomst nog veel meer gegevens vaststellen”. Tegen die tijd zal dan ook duidelijk worden of er naast familie van de graven van Rode, ook gewone mensen zijn begraven bij de Sint-Odakerk.