Afbeelding

Terug van intense reis naar Nepalees HIV-centrum

Roois nieuws Human Interest
Ronald van Hedel
“Vanaf de buitenkant zie je niets. Op het hek hangt geen naamplaat dat hier het MSPN centrum is. Niemand mag weten dat er in dit centrum kinderen en moeders worden behandeld die HIV besmet zijn. In Nepal zijn HIV en Aids een groot taboe. Als je het er niet over hebt is het er niet, lijkt de regering te denken…” Aan het woord is Ronald van Hedel uit Rooi. Voor zijn opleiding aan de politieacademie draaide hij als vrijwilliger twee weken mee in dit opvanghuis.

Hij vertelt met groot respect over wat hij leerde van de bezielende manier van leidinggeven van Ranju ,de vrouwelijke manager, en het enthousiasme en het doorzettingsvermogen van de kinderen.
Uncle “In ons eerste gesprek vroeg ik Ranju naar haar leeftijd en ze zei: “Ik weet niet hoe oud ik ben, dat weet ik pas als ik doodga. Nu ben ik gewoon de mens die tegenover je zit. Leeftijd doet er niet toe!” Ronald: “Wat een les meteen. Om echt contact te hebben met iemand moet je eigenlijk zo weinig mogelijk feiten over de ander kennen. Dat ik bij de politie werk heb ik met opzet niet verteld. Hierdoor kreeg ik het pure verhaal van de mensen die ik ontmoette. Nu was ik er als vrijwilliger, één van de vele. Al gauw noemden de kinderen me uncle, oom.

Levensgroot dilemma
“In Nepal gaan de vaders van een gezin vaak voor langere tijd naar India om geld te verdienen. In India lopen de mannen gemakkelijk het aidsvirus op, door prostitutie en het feit dat contact hebben met meerdere vrouwen daar toegestaan is. Terug in Nepal besmetten ze hun vrouw. Als de man na enige tijd aan de gevolgen van Aids overlijdt, staat zij er alleen voor. Haar kind kan ook besmet zijn. In Nepal is dat tragisch omdat de cultuur en de religie voorschrijven dat mensen met het HIV virus verstoten worden. Als er na bloedonderzoek HIV geconstateerd is, heeft de vrouw een levensgroot dilemma…gaat ze terug naar haar familie en vertelt ze niets, of begint ze op straat alleen met haar kind een nieuw leven, zonder inkomsten…. Het behandelcentrum is in 2007 opgericht en Ranju is er een jaar later begonnen om deze moeders en hun kinderen voor gemiddeld 6 maanden op te vangen. Het ziekenhuis in Kathmandu verwijst de besmette moeders met kinderen hier naar door. Echter het centrum krijgt geen steun van de overheid. Zolang de eigen regering dit probleem bagatelliseert, uit angst dat de toeristen wegblijven; zolang blijft het HIV virus zich verspreiden. Dat is een heel triest gegeven. “ Ranju zegt: ‘ Ik kies ervoor een kind te helpen, ook al staat hetzelfde kind na 3 maanden weer totaal vermagerd en ziek voor de deur’. “Zo’n instelling inspireert mij enorm”.

Ontroerend en vanzelfsprekend
“Wat mij raakt zijn de straatkinderen in Nepal. Velen zijn verslaafd aan lijm snuiven. Door plastic te verzamelen en per kilo te verkopen verdienen ze een klein beetje geld. Moeders zijn niet gewend om met hun kinderen te spelen. Van het gedoneerde geld heb ik, naast medische instrumenten en onderwijsmateriaal , ook speelgoed en drie fietsen gekocht . Iedereen vond het geweldig! Ik zag ze samen weer lachen. Dat is ontroerend. Zeker omdat ik zelf vader ben. Even een balletje trappen met mijn kinderen is voor mij vanzelfsprekend. Elke dag op het centrum was weer anders. Ik deed allerlei klusjes, hielp bij het lesgeven, assisteerde bij het koken en de maaltijden. Op een dag zat ik een hele grote ui te snijden, de tranen liepen over mijn wangen. Een paar moeders die het zagen schaterden het uit. Het feit dat je meehelpt de maaltijd te bereiden zorgt dat je contact maakt en gelijk aan hen bent. De reis was heel intens, ik denk er nog elke dag aan. Bijvoorbeeld dat beeld van een kind dat bijna dood lag te gaan in het ziekenhuis. Ze lag er vel over been, met ingevallen gezichtje, in een vies bed, zachtjes te huilen. Ik heb een half uur over haar armpje gestreeld. Meer kon ik niet doen. Dat vergeet ik nooit. Wat ik meegenomen heb van de reis? Jij maakt het verschil als je echt contact maakt met iemand. Zie de mens in de ander; in een kind dat besmet is, een junk, een zwerver, een collega.
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding