Afbeelding

Klompenhout, garantie voor een vitaal populierenlandschap

Algemeen

Als je in de streek woont, vind je populieren in ons landschap vanzelfsprekend. Heb je het hebt over Diependaal, De Scheeken of het kleinschalige agrarische landschap bij Rooi, Boskant en Olland dan gaat het hart al wat sneller kloppen. En als je in deze aprilmaand door ons populierenlandschap fietst of wandelt, voel je het voorjaar in alle vezels van je lijf: door de witbloeiende Bosanemoon, de Slanke Sleutelbloem met haar prachtig gele bloemen én door het uitlopen van de frisgroene blaadjes van de populier, elke soort (kloon) net wat vroeger of later dan de ander.

Toen duizenden jaren terug wind en water nog vrij spel hadden, zette de Maas bij overstromingen fijne leemdeeltjes af in ons gebied en vormden uiteindelijk ondoordringbare leemlagen. De Scheeken en het gebied ten zuiden van Boskant/Diependaal* waren daardoor drassig en minder geschikt voor landbouw. Voor de populier waren deze groeiplaatsomstandigheden, soms met enige kleine maatregelen zoals het aanleggen van rabatten, daarentegen wel geschikt.
De zwarte populier was een soort die van nature in de beekdalen en langs rivieren in Nederland groeide en ook sinds de 15e eeuw door de mens werd aangeplant. Daar waar eerst klompen van wilgenhout werden gemaakt , werd in Brabant vanaf de 18e eeuw deze zwarte populier op deze nattere gronden geteeld, geplant en voor klompenhout aangewend.
In 1800 verwoestte een gigantische orkaan: "Den 9-de november 1800 woei er zoo een geweldige orkaan, welke geen weerga in hevigheid kende", in onze omgeving de meeste houtopstanden. Voor o.a. de continuïteit van grondstoffen voor de klompenmakerijen werden snelgroeiende klonen van 'Canada-populieren' geïmporteerd, die wel 50 m. hoog en 140 jaar oud konden worden. Deze klonen werden in de Brabantse volksmond al snel 'Canidasse' genoemd.
Gemeente Sint-Oedenrode als belangrijk boseigenaar, werkte in de jaren 1960 tot 1990 nauw samen met Bosbouwproefstation "De Dorschkamp"; onderdeel van universiteit Wageningen. Zij ontwikkelden en testten samen nieuwe populierenklonen die én harder groeiden én minder ziektegevoelig waren dan de gebruikte zwarte populier en de in deze streek markante maar windgevoelige Populus " Marilandica. De verbeterde populierenkloon Robusta** bijvoorbeeld was een van de beste populieren voor de klompenmakerijen vanwege o.a. de rechte stam, de groeikracht en de ziekteresistentie.

Vooruitziende boeren zorgden voor klompenhout én bruidschat
Vele boeren hadden een klompenwerkplaats als bijverdienste. Was een hoekje grond over dan plantte de boer er populieren voor zijn eigen klompenmakerij of verkocht het klompenhout na 20 a 30 jaar. Zo was het in boerenfamilies in deze streek gebruikelijk dat bij de geboorte van een dochter meteen een aantal populieren werden geplant. Deze konden dan uitgroeien tot de bruidsschat en waren als klompenhout kaprijp zodra de dochter huwbaar was.

Voorpootrecht en houtopbrengst: belangrijk pijlers voor vitaal landschap
In 1468 kregen de inwoners van Sint-Oedenrode van Karel de Stoute het recht van voorpoting. Dit hield in, dat bewoners rond hun erven bomen mocht planten, kappen en herplanten. Ook mochten zij in het gemeenschappelijk gebied wegen aanleggen en bomen voor eigen gebruik planten. Dit voorpootrecht was daarmee een belangrijke aanzet tot ons agrarisch coulisselandschap. De prijzen die men voor het klomphout moest betalen, veranderde met de tijd. Bij de verkoop van klompbomen in 1760 bedroeg de gemiddelde prijs per boom f 1,75 met uitschieters van 75 cent voor een slechte tot f 5,75 voor een zeer gezochte boom. In de 19e eeuw begonnen de prijzen voor klomphout te stijgen. Rond 1850 betaalde men voor een boom gemiddeld f 7,50, in 1880 f 8,--, i n 1890 ?f 11,--, in 1900 f 15,-- tot f 20,-- en in 1902 al f 22,--. In de algehele malaise van de 30-er jaren bracht een goede boom ongeveer 20 gulden op, terwijl in 1939 nog slechts f 9,- a f 10,- werd betaald. Met de teruggang van het aantal Brabantse klompenmakers liep ook de vraag en prijs naar populierenhout uit onze omgeving terug. Daarmee zag je de grote verscheidenheid in ons cultuurlandschap: de afwisseling van leeftijden, populierenweiden, populieren in lanen en langs percelen, ook teruglopen. Daarvoor in de plaats kwam eenvormigheid van natuur en landschap.

Gelukkig zijn er weer volop initiatieven en innovaties om de economische waarde van populierenhout te verbeteren en in ons gedachtegoed terug te brengen. De in 2018 opgerichte Stichting Brabantse Klomp zet zich niet alleen in voor de promotie en productie van de Brabantse klomp en het ambacht maar stimuleert ook de toepassing van klompenhout uit onze eigen omgeving. En partijen als Stichting Populier, de Brabantse Populierenvereniging en coöperatie Peppelhout maken stappen in verduurzaming en meervoudig gebruik en afzet van populierenhout. Met andere woorden: de weg terug naar een vitaal en gevarieerd cultuurlandschap lijkt weer gevonden.
* Stop eens bij het informatiebord en het verrassende verhaal over het vroegere landschap De Groene Gemeynt aan het Kalvereeuwsel.
** Het Roois Landschap plantte samen met de gemeente Sint-Oedenrode in 2016, langs de Beststeweg (tegenover nr 11-13) een aantal populierenklonen met informatiebordjes. Dit ook als eerbetoon aan de economische en landschappelijke betekenis van de populier.

Afbeelding
Afbeelding