Jaske Leenderts voor zijn huis in Olland
Jaske Leenderts voor zijn huis in Olland

Jaske Leenderts: "Ik voel dat ik het niet meer bij kan houden"

Algemeen

De 92-jarige Jaske Leenderts uit Olland is zo bekend in Sint-Oedenrode dat hij feitelijk niet meer hoeft te worden voorgesteld. Google 'Jaske Leenderts' en er verschijnen talrijke publicaties waarin hij voor komt. Dus ging ik in het gesprek met Jaske op zoek naar de manier waarop hij vanuit het verleden en met zijn schat aan levenservaring naar de wereld van vandaag kijkt. Om daarachter te komen vroeg ik hem te reageren op een aantal thema's die vroeger Jaske's leven bepaalden, maar ook vandaag de dag nog weinig of niets aan actualiteit hebben verloren.

Door Jan H.F. van der Heyden

Jeugd.
'Ik hoor niet meer bij deze tijd. Ze zeggen wel eens tegen mij: stuur toch een mailtje, maar daar wil ik niks mee te maken hebben. Ik voel dat ik het niet meer bij kan houden. Ik leef niet meer in deze tijd. Kan het niet meer volgen. Wil ik ook niet. Dan zeggen ze: doe mee met de computerles. Nee, daar doe ik niet aan mee!'
'Ik vind de financiën wel een probleem. Geld en geld verdienen. Het leven is nu heel anders ingesteld. De tijd wordt er niet beter op. Kijk naar de sociale voorzieningen, overal betalen en bijbetalen. Dat bestond vroeger niet. Een huis huren van alleen de AOW? In de crisisjaren hebben we gelukkig geleefd. Er was toen geen vertier. 'n Enkel mens had een radio. Je kwam nergens, alleen in het eigen dorp of net erbuiten. Naar de kermis. Vakanties bestonden niet. Ik was dertig toen ik voor de eerste keer in Eindhoven kwam, over Amsterdam nog maar niet gesproken. Maar daar was ook niks wat me trok.'

Opvoeding.
'Overdreven goed. Té verwend. Ze hoeven 't maar te zeggen. Alles al bij de hand als ze geboren worden. Ze kunnen niet met minder genoegen nemen. Vroeger moesten we eten wat de pot schafte. Elke dag hetzelfde eten: spekzwoerden in de soep en dat was al heel wat! Altijd spek, dat was het goedkoopste. Nu is het varkensvlees. Dat is één en al vlees. Een varken mag nu geen spek meer hebben.'

Geloof
'Ik ben een gelovig mens. Het geknoei is erin gekomen door de geestelijken zelf. Ze moeten hun behoeften intomen als priester zijnde. Verschrikkelijke dingen zijn er gebeurd. Maar daar is het geloof niet minder om.'
'Vroeger was de pastoor de baas. Wat de pastoor zei, daar had je je aan te houden, dat gebeurde. En het kerkbestuur, hè. Of het bestuur van de Boerenbond. Als je daarin zat, had je veel invloed.'

'Maar als ze gewassen is en de haren mooi in de plooi gaan we buurten en koffie drinken.'

'Ik ga nog elke week naar de kerk. Weet je hoe dat komt? 'Ik heb al twintig jaar een vriendin die woont in het bejaardenhuis in Berlicum; daar wordt de mis in huis opgedragen.' (JvdH: zijn echtgenote Petra Vervoort overleed in 1991). 'Ik ga twee keer in de week naar mijn vriendin, ze is 89. 's-Woensdags en 's-zaterdags van 's morgens negen tot 's avonds negen. Ooit ben ik er al als ons Drieka nog in bed ligt en nog verzorgd moet worden. Dan is de zuster nog met haar bezig. Maar als ze dan gewassen is en de haren mooi in de plooi gaan we buurten en koffie drinken. En we doen spellekes natuurlijk, meestal rummycuppen of jokeren. En we gaan ook met de rollator lopen. Ze woont op de derde verdieping en kijkt uit op een mooie jeu de boulebaan. Bij mooi weer gaan we jeu de boulen. Of onderweg op een bankje zitten bij het kapelleke. En soms gaan we ook wel eens buurten hier en daar. D'n dag zit altijd vol.'
'Als ik dan 's avonds om negen uur weer naar huis ga, zegt ze altijd: ga je nou al weg? Ze wil altijd bij me zijn. We hebben allebei de behoefte om heel dicht bij elkaar te zijn.'
'Hoe ik in Berlicum kom? Met de auto natuurlijk! Jazeker, ik rij nog steeds auto en net zo goed als dertig jaar geleden. Ik kom niet meer op de grote weg. De kinderen willen dat niet meer. In een Volkswagen Golf van 23 jaar oud. Is pas nog gekeurd. En ikzelf ook. Mag weer tot mijn 96ste rijden. Weer met vijf jaar verlengd. Is eigenlijk niet goed, hè, voor vijf verlengen. Met een mens op mijn leeftijd kan toch van alles gebeuren.'

Oud worden.
'Niks aan de hand als je gezond bent. Ik voel goed dat ik oud word. Het wordt allemaal wat minder, maar ik berust erin. Ik heb het eeuwige leven niet. Nee, ik ben niet bang voor de dood. Ik denk dat ik het zelf zou willen als het heel slecht met me zou gaan. Een hiernamaals? Ik twijfel. Ik weet het niet. Het bewijs is nog nooit geleverd. Ik denk er wel eens aan. Als ik zo'n film over het boeddhisme zie bijvoorbeeld. Die mensen geloven heel sterk. En Jehova. Van de 100 deuren waar ze aanbellen worden er 90 meteen dichtgesmeten. Maar toch staan ze er de volgende morgen weer.'

''Ik leg me neer bij de dingen die ik niet meer kan. Ik ga niet naar een popfestival.'

Oud zijn.
'Ik mis niks. Ik leg me er bij neer. Ik leg me neer bij de dingen die ik niet meer kan. Ik ga niet naar een popfestival. Maar ik doe wel dingen die gericht zijn op ouderen. Yoga bijvoorbeeld, doe ik al tien jaar. Ga ik gewoon op mijn klompen naar toe. Maar de oefeningen zelf doe ik op blote voeten natuurlijk, dat moet. Yoga is zo gezond. Ik begin 's morgens als ik in bed lig al met oefeningen, want die kun je liggend doen. En om negen uur doe ik al weer mee met oefeningen op de tv. Ik ben ook nog bij de gymclub, ik beugel en ik boule. Ik doe wel graag overal aan mee. Met een ballon de lucht in of laatst met een helikopter mee. Ja, ik geniet wel van die dingen. En ik ga drie keer per jaar op vakantie. Zo'n dag of vijf, nooit langer. Met de bus. En dan zit ik altijd tussen de vrouwen, hè. Maar er gebeurt helemaal niks, hoor. Ik ben één keer met ons Drieka op vakantie geweest, met De Zonnebloem, maar dan zijn er zoveel van die begeleiders bij. Er moet wel altijd een avondprogramma bij zitten. Ik moet me 's avonds wel uit kunnen leven. Ik ga niet om zes uur naar bed. En de TV, daar geef ik geef ik niks om. Trouwens, weet je wat ook zo gezond is? Vlierthee. Ik pluk de vlierbloemen zelf. Twee mokken per dag. Dat is 400 cc. Ik proef dat het gezond is.'

Politiek.
'Weet ik niks meer van. Ik zie natuurlijk wel op de televisie dat er verschrikkelijke dingen gebeuren in de wereld. Met zo'n vliegtuig dat met zo'n projectiel wordt beschoten. Ik weet het niet meer. En dan die asielzoekers die gewoon uit hun land worden weggejaagd. Ja, er gebeuren gekke dingen op de wereld. Maar ik sta er niet bij stil of borduur er niet op voort. Ik lig er niet wakker van.'
'Vroeger zat ik altijd op de publieke tribune in de gemeenteraad van Rooi. Ik pakte ze op mijn manier aan met de carnaval als tonpraoter. Ik prees ze d'n himmel in. Ik heb nooit iemand gekrenkt. Als iemand niks waard was of iets niet goed had gedaan zei ik altijd dat de mensen het niet begrepen. Ik wilde zo iemand altijd goed praten.'

Klompen of schoenen?
'Ik loop al heel mijn leven op klompen. Daar ben ik mee groot gebracht. Vroeger stonden er nooit schoenen onder de kapstok op school, allemaal klompen. Ik was 70 jaar toen ik op klompen voor de eerste keer de vierdaagse van Nijmegen liep. In schoenen zitten je voeten zo opgesloten, worden ze warm, week en dun en gaan ze zweten. In klompen zitten je voeten los, heel luchtig. Kleren? Nee, daar geef ik niks om. Ons Drieka wel, die is graag skôn. Soms zegt ze wel eens tegen mij: hedde nou die boks met die vlèkskes wéér aan?'

Televisie.
'Als ik er geen had zou ik hem niet missen. Kijk graag naar conferenciers. Laatst zag ik nog zo'n conferencier. Och God, hoe heet ie al weer? Ben zijn naam kwijt. Die heeft het de hele avond nergens over gehad. Allemaal van die loze uitspraken. En daar is wél de hele week over geschreven.'
'Vroeger had je Wim Kan met zijn oudejaarsconference en Toon Hermans en Wim Sonneveld. Die vertelden tenminste wat met heel veel humor. "Vader gaat op stap" van Toon Hermans, dat vind ik zo'n goed nummer. Het verenigingsleven lijdt onder de televisie. De televisie neemt de meeste tijd in beslag. Vroeger, toen er nog geen tv was, genoten wij van de onnozelste dingen.'

Mooi geweest? Of nog wensen?
'Ik kijk hoofdzakelijk alleen nog maar vooruit. Probeer er alle dagen iets van te maken. Heb niks meer te wensen. Ik heb nog verdomd goei jong. Nee, geen bijzondere wensen. De wensen die ik heb zijn zo miniem, dat ik die hèndig kan verwezenlijken. Ik hoef niet te weten hoe het er in Spanje uitziet.'