Arnoud Jacobs
Arnoud Jacobs

'Mijn mond is mijn sterkste wapen.'

Algemeen

Sint-Oedenrode - Arnoud Jakobs (49) is, zegt hij zelf, 24 uur per dag politiesurveillant in Sint-Oedenrode, Schijndel en Sint Michielgestel en 24 uur per dag buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) in dienst van de gemeente Schijndel. Hij kijkt, zegt hij zelf, 24 uur per dag door de ogen van een opsporingsambtenaar. 'Ik zie dingen anders dan de doorsneeburger. Dat is soms lastig om los te laten. Mijn vrouw Karin wordt daar soms kriebelig van. Vorige week waren we met vrienden in Aken. Zij keken naar de winkels, ik naar mogelijke zakkenrollers.' Het gesprek met de Nijnselse 'ordehandhaver' gaat dan ook alleen maar over zijn vak en wat hij daarin op straat, 's nachts en overdag, tegenkomt. En dat is niet mis. Zijn sterkste wapen is zijn mond, vindt hij zelf, niet zijn geweldsmiddelen. 'Ik ga graag met mensen om en praat nogal gemakkelijk. Ben gruwelijk nieuwsgierig en wil altijd weten waarom iemand iets doet wat niet mag of verkeerd is. Met praten, met begrip tonen, is escalatie vaak te voorkomen.'

Door Jan H.F. van der Heyden

Het gesprek begint rustig. Over de combinatie van zijn beide functies: volwaardig politiesurveillant bij het Team Schijndel van district Oost-Brabant sinds 2006 ('een warm nest') en BOA in dienst van de gemeente Schijndel vanaf 2002, waar hij in 1995 begon in de buitendienst op de afdeling weg- en waterbouw. We praten over zijn bevoegdheden: als BOA zijn ze beperkt (o.m. afvaldumping, illegale visserij en stroperij, hondenpoep, alcohol op straat, wildplassen, sommige verkeersovertredingen) en als politieman algemene bevoegdheden. We hebben het over het verkeerde beeld ('een bonnenschrijver') dat de buitenwacht van een BOA heeft en dat hem danig stoort ('ik ga er niet op in, want het is toch altijd verkeerd'). We spreken over zijn aanleiding om van hovenier, zijn oorspronkelijk beroep, 'ordehandhaver' te worden. Wat hij als 'ordehandhaver' wil bereiken, zijn doel, zijn motivatie. Over de agressie die hij tegenkomt. Daarmee wordt het gesprek allengs heftiger. En belanden we bij de jeugd. 'Een leuke doelgroep om mee te werken. Dat is eigenlijk wel mijn ding'. En 'dat ding' doet hij al heel lang. Sinds 2003 'draait' hij met een collega wekelijkse 'jeugddiensten.'

Dan hoor ik dat meisjes tampons in alcohol drenken en vervolgens vaginaal 'consumeren'.

Pratend over jeugd en jeugdverschijnselen geraken we snel bij alcohol- en drugsgebruik. Constateert: 'De jeugd experimenteert heel veel. Daar informeren en waarschuwen we de ouders ook voor in het project 'Schijndelse ouders op stap.'' Dit project geeft ouders inzicht in het stapgedrag van hun opgroeiende kinderen tussen de 12 en 18 jaar, de leuke kanten, maar ook de gevaren. Dan hoor ik dat meisjes tampons in alcohol drenken en vervolgens vaginaal 'consumeren.' Of alcohol in de oogleden druppelen. Ik hoor over de opkomst van de meest verslavende drug, GHB, een kleurloos drankje of een poeder, dat naar zout smaakt en moeilijk in een drankje is te herkennen omdat de smaakpapillen door alcohol verdoofd raken. Er wordt veel gedronken door de jeugd, heeft Arnoud Jakobs vooral in de nachtelijke uren kunnen vaststellen. 'Het "indrinken" thuis wordt al heel normaal gevonden.' Hij heeft ze meegemaakt: door xtc-gebruik compleet geflipte jongeren, die de kleren van hun lijf scheurden. 'Het begint bij een jointje, de stap naar wiet is dan niet zo groot en de stap naar een pilletje of drankje waarmee ze een shot binnenkrijgen is gemakkelijker dan het gebruik van een heroïnespuit. De drempel voor dat drankje of pilletje ligt veel lager.'
Arnoud kent vrijwel alle stevige alcoholgebruikers in Schijndel. 'Ze hebben allemaal een achtergrond.' Hen verbaliseren heeft weinig zin, vertelt hij. Via zijn netwerken probeert hij voor hen een hulpverleningstraject op te starten.
Eenmaal per week, meestal in burgerkleding, richt Arnoud zich, samen een politiecollega, tot een uur of elf, twaalf op hangjongeren. 'Ik ken heel veel jeugd vanaf het voortgezet onderwijs in Schijndel. Ik ontmoet ze niet alleen in de avonduren, ook overdag. Ik weet precies hun 'snoeproutes', de vaste trajecten van school naar huis met vaak een tussenstop voor de aankoop van een zak chips. Diezelfde jeugd kom ik 's nachts weer tegen als ik een horecadienst 'draai.' 'Kennen en gekend worden heeft een groot voordeel.'

Zelf heeft hij drie zonen: Ramon (21) die in Utrecht medicijnen studeert en daar op kamers woont, Marco (19) die met een ICT-project in Veghel bezig is en misschien wel als gitarist wordt toegelaten op de rockacademy en Tanno (17) die onlangs, tot merkbare spijt van zijn vader, zijn opleiding bij het Korps Mariniers staakte. Arnoud komt uit een gezellig Eindhovens gezin, had een fijne jeugd, groeide op in de stad en leerde zijn echtgenote Karin Habraken uit Veghel, met wie hij dit jaar 25 jaar getrouwd is, al op vroege leeftijd kennen (zij 15, hij 17), verhuisde voordat hij in militaire dienst ging naar Sint-Oedenrode. Nee, hij was zelf niet het braafste jongetje van de klas. 'Een kliertje, al zeg ik het zelf, maar wel heel sociaal. Ja, één keer door de politie aangehouden en een middagje op het bureau aan de Mathildelaan doorgebracht. We hadden een oud brommertje gevonden en daar was ik mee aan het crossen. Werd betrapt door de politie en bleek het een gestolen brommer te zijn. Maar verder ben ik van onbesproken gedrag. Moet natuurlijk ook als politieman.'

'Ik heb geen zin uitgescholden te worden. Ga ik meteen tot aanhouding over. Kost 500 euro.'

Arnoud heeft geen populair beroep, dat weet hij zelf ook. Verbale beledigingen krijgt hij tot zijn teleurstelling genoeg te horen. 'Daar trek ik één lijn in. Ik heb geen zin uitgescholden te worden. Dan ga ik meteen over tot aanhouding. Kost zo iemand 500 euro. Ook bij hondenpoepovertredingen waarschuw ik nooit. Gewoon 140 euro boete en de rommel opruimen.' Fysiek geweld kent hij ook. 'Weleens meegemaakt, ja.' Eén keer hebben ze geprobeerd hem 'ondersteboven' te rijden. 'Ik stond op straat en gaf een automobilist een stopteken. Ik hoorde hem bij het dichterbij komen in één keer gas bijgeven. Moest wegduiken. Is een achtervolging geworden, klemgereden. Bleek dat hij veel te veel had gedronken. Ja, daar heb ik wel een tik mee gehad. Je verwacht zoiets niet. Ik ga fluitend naar mijn werk, maar ga ook graag fluitend naar huis.'

'In de avonduren is er ander volk op straat dan overdag.'

Na dit relaas relativeert Arnoud weer snel. 'Ik ben ervoor opgeleid, heb aan vechtsporten gedaan, ik kan mezelf goed verdedigen. En bij de politie word je eenmaal per jaar getoetst op geweld.' Het gebruik van fysiek geweld brengt het gesprek op zijn uitrusting. Als politieman uiteraard een volledige uitrusting en als BOA scheelt dat niet veel. De minister van justitie heeft Arnoud speciale toestemming gegeven om als BOA de straat op te gaan met pepperspray, wapenstok, handboeien, portofoon en een steek- en kogelwerend vest. Hij vindt deze uitrusting ook nodig. Beargumenteert: 'Ik doe 60 tot 70 procent van mijn werk alleen, óók in de avond- en nachtdiensten. In de avonduren is er ander volk op straat dan overdag.' Hij vindt het vreemd, vertelt hij, dat een BOA wel handboeien bij zich mag hebben om iemand te vervoeren, maar niet de middelen, bijvoorbeeld een wapenstok of pepperspray om de aanhouding ook daadwerkelijk tot stand te brengen of in Arnouds' woorden: 'de aanhouding in een bepaalde richting te duwen.'

'Ik wil zien waar het probleem zit. Ik wil oplossen, ik denk in oplossingen.'

Nee, een moeilijk beroep vindt hij het niet. Laconiek: 'Mbo-plusniveau.' En dan: 'Ik praat nogal gemakkelijk, blijf altijd rustig. Mijn mond is mijn sterkste wapen.' Zijn stijl van optreden: 'weinig schrijven, veel praten.' Hij wil als BOA en als politieman een bijdrage leveren aan een 'leefbare wereld, een leefbare maatschappij.' En daar wil hij beleid voor neerzetten, faciliteiten en voorzieningen creëren. Niet verbalen uitschrijven. 'Dat is niet mijn doel.' Hij gaat graag in gesprek met mensen. Hij wil achter het 'waarom' van de handelingen van mensen komen. En vervolgens wil hij zelf de redenen van de aanhouding uitleggen. Probeert daarmee gedragsverandering te bereiken. 'Ik wil zien waar het probleem zit. Ik wil oplossen, ik denk in oplossingen.'
Over de geschikte mentaliteit van een 'ordehandhaver' is hij duidelijk. 'Doortastend, nieuwsgierig, ondernemend en meelevend, stressbestendig en soms een dikke huid of brede rug.' Niet 'sociaal', met een 'zwak' voor mensen die op de rand van de maatschappij leven. 'Je moet je netwerk goed kennen, het gesprek aangaan, zo nodig crisisdiensten inschakelen, de juiste mensen op de juiste plekken weten te benaderen, want er speelt heel veel achter de deur.' Geeft een voorbeeld. 'Ik zag iemand behoorlijk wat afval dumpen. Kan ik hem voor verbaliseren. Ik praat met die man en kom daardoor achter zijn probleem. Hij verwaarloosde zichzelf compleet. Ben met hem naar zijn huis gegaan. De stank kwam me tegemoet. Dan heeft een bonnetje voor afval dumpen niet zoveel zin. Dan moet je je netwerk inschakelen en zorgen dat de man op de juiste plek terecht komt. Dat bedoel ik met "er speelt veel achter de deur."'

'De verhanging van een bekende en een mislukte reanimatie van een peuter hebben er behoorlijk ingehakt.'

Hij wordt niet gauw emotioneel, zegt hij, en hij heeft toch heel veel ongelukken en doden gezien. 'Ik doe daar niet stoer over.' Erkent dan toch dat de verhanging van een bekende en de mislukte reanimatie van een peuter 'er behoorlijk hebben ingehakt.'
Is hij binnen zijn gezin ook 'ordehandhaver'? 'Oh nee, we hebben een heel gezellig gezin. Alle drie de jongens hebben verkering. Ik baal als ik op vrijdagavond moet werken, want dan zit de keuken hier stampvol, zitten we met z'n allen hier vers gesneden friet van Karin te eten. Ik heb het getroffen met de familie.'