Op 11 mei 1940 bliezen terugtrekkende Nederlandse troepen de brug over de Dommel in Nijnsel op
Op 11 mei 1940 bliezen terugtrekkende Nederlandse troepen de brug over de Dommel in Nijnsel op

Nederland in oorlog

Algemeen

Vorige week herdachten we dat Nederland zeventig jaar geleden werd bevrijd. Afgelopen zondag was het op de dag af vijfenzeventig jaar geleden dat Duitse troepen ons land binnen vielen. Een minder vrolijke gebeurtenis dan de bevrijding, maar onlosmakelijk met de Nederlandse geschiedenis verbonden. Deze week kijken we terug hoe ons land en met name onze regio in de meidagen van 1940 door het Duitse leger werd bezet.

Sinds dat Adolf Hitler en zijn NSDAP in 1933 aan de macht was gekomen verslechterde het politieke klimaat in Europa vrij snel. Nadat Duitsland achtereenvolgens Oostenrijk in 1938 annexeerde en Tsjecho-Slowakije een jaar later bezette, besloot Nederland al vrij snel om te gaan mobiliseren. Nadat Duitsland op 1 september 1939 Polen binnenviel en Frankrijk en Engeland onze oosterburen de oorlog verklaarden was de Tweede Wereldoorlog een feit.

Nederland mobiliseert
Vanaf 28 augustus 1939 gold er in ons land een algemene mobilisatie en werden tienduizenden jongens en mannen onder de wapenen geroepen. Deze militairen werden vooral gebruikt om verdedigingswerken te bouwen. In de nadagen van 1939 bouwde het leger in het oosten van onze provincie twee verdedigingslinies. De eerste aan de Maas en de tweede was een tankgracht, de zogenaamde Peel-Raamstelling. In de regio beter bekend als het 'Defensiekanaal'. Rooienaar August van Breugel, was als dienstplichtig militair bij de aanleg van de Maasstelling bij Oefelt betrokken. Zijn opgave was het om toe te zien op de bouw van de kazematten. Vandaaruit zou de spoorbrug bij Gennep verdedigd moeten worden.

10 mei 1940
Sinds vijf voor vier in de vroege ochtend trekken Duitse troepen over de grens. Al enkele uren daarvoor heeft een Duits commando, deels gekleed in Nederlandse Marechausse-uniformen en deels vermomd als krijgsgevangenen de spoorbrug bij Gennep ingenomen. De wachten aan beide zijden van de brug werden met deze ongeoorloofde krijgslist overrompeld en uitgeschakeld. Zonder dat er ook maar serieus werd geschoten kwam de spoorbrug onbeschadigd in handen van de vijand. Die stuurde al vrij snel een gepantserde trein met militairen ons land in. Deze trein wist de circa 15 kilometer verder naar het westen gelegen Peel-Raamstelling te doorbreken en in de buurt van Volkel zo'n duizend militairen te droppen. Tijdens de terugweg naar Duitsland om nieuwe troepen op te halen, wisten Nederlandse militairen deze trein bij Mill te laten ontsporen. Piet Duffhues, tegenwoordig woonachtig in Sint-Oedenrode, was toen twaalf jaar oud en woonde in Oefelt aan de Maas en zag het allemaal gebeuren. "We werden 's morgens wakker omdat er marcherende soldaten door het dorp trokken. Toen we de gordijnen openden, zagen we dat het Duitsers waren. Later op de dag gingen we naar de Maas en zagen dat het Duitse leger op de plaats van het veer een pontonbrug bouwde. Erg sterk was die niet, want de eerste zwaardere tank die erover moest zakte erdoor". De pontonbrug was dan enkele uren niet te gebruiken, maar dat wilde niet zeggen dat de Duitsers echt vertraagd werden. Over de spoorbrug reden de treinen met manschappen en materieel in grote aantallen vanuit Duitsland ons land binnen. Ze kwamen dan wel niet verder dan Mill, maar dat was genoeg om de Peel-Raamstelling vanaf de achterkant aan te vallen. De Maasstelling werd eveneens vanuit het achterland door de Duitsers opgerold. In Sint-Oedenrode is op dat moment nog niet veel van de oorlog te merken. Janus van Kuijk, schrijft hierover in zijn 'dagboek' dat hij na de oorlog schreef het volgende: "Het was vrijdag voor Pinksteren en de Duitse inval van ons land was het gesprek van de dag. In de verte uit de richting van Welschap hoorden we ontploffingen. Op het schoolplein overlegden de meesters en de juffen wat ze moesten doen. Zouden ze ons les geven of stuurden ze ons naar huis. Hoog boven ons hoofd zagen we Duitse vliegtuigen, maar die leverden voor ons geen gevaar op. Uiteindelijk werden we naar huis gestuurd, we zouden nog wel horen wanneer de lessen weer begonnen". Iets verder naar het oosten, in De Rips, wachtte dienstplichtig soldaat Josef Schrijnemaekers uit Amsterdam in de Peel-Raamstelling op de dingen die zouden komen. Ten noorden en ten zuiden van zijn eenheid werd behoorlijk gevochten. Schrijnemaekers en zijn maten kregen later op de vrijdagmiddag opdracht om zich, zonder een schot gelost te hebben, terug te trekken naar Beek en Donk en stellingen aan de Zuid-Willemsvaart in te nemen.

Lees meer in DMRK van deze week